Hoe ik ook probeerde om mijn leven weer in te vullen, telkens trof ik een muur van tranen, duisternis en verdriet. Ik wilde opstaan, maar had niet de kracht om dit ook daadwerkelijk te doen. Ik moest van mezelf verder met het leven, want de wereld draaide door en die had geen tijd meer voor een mens, die niet meer mee kon komen. Ik wilde zo graag, maar het lukte voor geen meter. Met vastberadenheid begon ik aan de dag, maar de uren waren te lang, het licht te fel en het geluid te hard. Ik stribbelde tegen. Ik worstelde. Ik vocht….
Totdat ik me overgaf. Ik liet het willen los en liet me meedrijven op de golven van gemis en leegte. De tranen kwamen met oorverdovend lawaai. Ik liet het zijn.. Ik liet het komen.. Ik mocht van mezelf het verdriet voelen en dat bleek het punt te zijn, waardoor ik het tij keerde.
Door het huilen van de tranen, kwam er ruimte voor kleuren. Door het toestaan van de machteloosheid ontstond er kracht om een dag lang te genieten.. Het begon met kleine stapjes en soms viel ik terug, maar ik was op weg om, ondanks het grote gemis, weer terug te komen in een wereld, waar ik een deel van ben.