Vannacht droomde ik, dat ik een brief bezorgd kreeg. Het was een prachtige envelop met een postzegel in diverse kleuren. Nieuwsgierig hield ik het vast. De brief was aan mij geadresseerd, mijn naam stond erop geschreven, met sierlijke letters. Er verscheen een glimlach op mijn gezicht. Ik hield de brief even vast en drukte het tegen mijn hart, dat fladderde van nieuwsgierigheid. Langzaam maakte ik de envelop open en zag het papier, dat opgevouwen wachtte.
Ik nam het vel uit de envelop en vouwde het open. Het duurde even voordat ik de woorden tot me kon nemen, want de kleur van de inkt leek op goud en zilver tegelijk. Voordat ik kon beginnen te lezen, dwarrelde er een veertje naar beneden en mijn blik dwarrelde mee. Even bleef er een brok in mijn keel zitten, die ik toch maar weer wegslikte. Ik begon te lezen en de zinnen namen me mee op reis. Ik werd meegenomen in een luchtballon en ik vloog voorbij de wolken, over zee en over oerwouden, daarna ging ik hoger. Ik ging hoger dan de maan, ik dreef tussen de sterren en vond daar bodem. Het was er licht en het voelde vredig en al lezende ging ik op een gemakkelijke stoel zitten om de woorden nog beter tot me te kunnen nemen. Ik keek om me heen en merkte dat mijn ogen aan het licht moesten wennen. Maar toen dat eindelijk zover was, zag ik een schitterende brug, waar ik overheen mocht lopen. Mijn voeten waren licht en het leek alsof ik zweefde. Vol verwondering nam ik de kleuren in me op, totdat mijn hart een sprongetje maakte. Ik zag jou… Ik voelde jou en ik vloog op je af. We gingen samen zitten op het bankje naast de rivier. Nadat we enkele minuten niets hadden gezegd, begonnen wij te praten. Ik had zoveel vragen en jij gaf antwoord. Jij vertelde over het licht en de liefde. Jij vertelde over de verbinding en dat je altijd bij me was. Je liet me zien hoe je elke avond even een kusje op mijn wang kwam brengen en dat kriebeltje aan mijn oor. De tijd liep ten einde en de luchtballon kwam weer in zicht. Jij bracht me ernaartoe en terwijl ik met de ballon weer opsteeg, zwaaide je me na. Je was gelukkig en je was bij mij. Zo ver weg, maar zo dichtbij.
Ik was aan het eind van mijn brief gekomen. Een traan die over mijn wang liep, vermengde zich met een glimlach.
De verbinding zal nooit verbreken en soms komt er een droom, met de liefde als afzender.