Ik zal je niet vergeten… Hoe zou ik dat kunnen. Jij die
zo’n belangrijke plek hebt ingenomen en eigenlijk die plaats nog altijd hebt.
Vergeten, voelt als achterlaten en verder gaan zonder. Maar juist het gene wat niet meer is, blijkt
een steeds grotere ruimte te bezitten. Soms denk ik, ik mag ook zeker niet
vergeten. Ik herinner mijzelf eraan, dat ik mijn kind elke dag een keer moet
benoemen. Wanneer ik mijn ogen open doe of naar de zon kijk of wanneer ik mijn
alledaagse dingen doe, fluister ik haar naam. “Vergeten” mag niet in mijn
woordenboek staan.
Waarom doe ik zoveel moeite om de lege plek te willen vullen. Waarom gaat er
eigenlijk zoveel aandacht naar iemand die niet meer aanwezig is. Waarom? Waarom
mag mijn kind nooit worden vergeten en probeer ik herinneringen met vette
letters in mijn geheugen te prenten. Waarom doet het pijn, wanneer haar naam
niet meer zou worden uitgesproken?
Zodra ik een antwoord op deze vragen heb, zal ik beseffen, dat het pad van rouw
uitgekomen is op een weg van berusting en acceptatie. Op dat moment weet ik dat
zij met mijn hart vergroeid is en dat het niet meer nodig is haar in alles mee
te dragen. Ik mag haar vergeten, omdat ze leeft in mijn hartslag. Ik heb haar
los gelaten en haar vrijheid gegeven. Er is dan geen pijn meer, enkel nog
liefde. De wond is geheeld en het littekenweefsel verzorgd.
Tijd heelt de wonde, nee… dat doet tijd niet per definitie. Tijd heeft mij dan
geleerd om mijn hart te laten groeien met de afdruk van mijn kind. Tijd heeft
mij ondersteund om de stappen te maken, emoties te ervaren en een nieuwe
toekomst aan te gaan, met een nieuwe IK. Ik leef verder met een ervaring en met
een weten, dat ik de kracht bezat om lijden te vervangen door leiden.