Ik vind mijn bed de uitvinding van de eeuw. Heerlijk vind ik het, om onder de dekens te kruipen, mijn ogen dicht te doen en me over te geven aan het onderbewuste. Slapen is voor mij de allerleukste bezigheid ooit! Ik ben hier ( denk ik ) ook kampioen in en zou vermoedelijk wel een gouden medaille halen, ware het niet, dat het nog geen olympische sport is.
Toch zit aan dat slapen een vervelende zijde. Het moet ’s nachts gebeuren en soms komt het voor, dat ik door de één of andere reden wakker word. Ik draai me dan vaak eventjes om en kijk op de wekker hoe laat het is, om mijn droom te vervolgen. En daar zit de manke… het verder dromen lukt niet meer. Starend in het duister komt er een grootmeester om de hoek kijken. De gedachte van twijfel en angst. Hoe ik ook probeer vrolijke dagdromen op te wekken. Welk liedje ik ook zing. Hoeveel schapen ik ook tel.. Zorgen worden groter. Verdriet voelt pijnlijker en gemis is bijna tastbaar schrijnend aanwezig. Tijdens de nachtelijke uren is de kracht van de positieve gedachte beduidend minder.
Terwijl de schemer inzet en het langzaam dag wordt, gebeurt het echter dat de beren op de weg zich weer verstoppen en het bos tussen de bomen door weer zichtbaar wordt. Hoe is het mogelijk, dat licht zoveel invloed heeft? Ik heb nu besloten om mijn verdriet en zorgen eens tegen het licht te houden… Het is van belang om het te benoemen zodat ze in de nacht geen zin meer hebben om te voorschijn te komen.
Onderbewust zullen ze dan niet meer aanwezig zijn en zullen daardoor mijn slaap niet meer verstoren.
Voor het opvangen van nare dromen, kun je een dromenvanger boven je bed hangen.